Dag 4 - Van Los Arcos naar Logroño - 29 km

 

Vrijdag 20 augustus 2021 - Jos schrijft:

Nog iets over gisteren. In de schaduw van een boom gisterennamiddag maken we kennis met een Nederlandse dame en haar Deense stapvriendin. Ik merk dat ze moeilijk recht komt en vraag haar of alles ok is. Mijn knie doet wat pijn, zegt ze. Maar het komt wel goed. Later op de avond op het pleintje bij de kerk zie ik dat haar stapmaat haar moet ondersteunen. Stappen lukt niet meer, zegt ze. Morgen met de bus naar Logroño en dan enkele dagen rust. Ze heeft pijn. Maar ik weet niet wat het meeste pijn doet, de knie of het besef dat ze wellicht definitief moet stoppen. Want ze wil zo graag verder naar Compostela. Aan een tocht als deze mag je niet onvoorbereid beginnen.

Het Vlaams Compostelagenootschap, waarvoor ik af en toe als vrijwilliger werk – kandidaat pelgrims informeren over de praktische modaliteiten over stappen of fietsen naar Compostela - baat in Los Arcos de pelgrimsherberg ‘Albergue Isaac de Santiago’ uit. Dat betekent dat van april tot oktober Vlaamse koppels instaan voor het onthaal van pelgrims en het proper houden van de herberg. Om Covid- redenen is de herberg nog steeds gesloten. De hospitalero van de herberg waar wij verblijven, betreurt dat, want zij heeft bedden te kort en moet (vermoeide) mensen doorsturen.

Vanmorgen om 6 uur maken onze Spaanse kamergenoot Pedro en zijn stapmaat zich al klaar om te vertrekken. Hoy mucho calor (vandaag wordt het warm), zegt hij. Wij wakker, dus ook maar onze rugzak gemaakt. Vertrekkensklaar stel ik vast dat het 5u30 is ipv 6u30! Een uur verkeerd. Het is nog pikkedonker buiten. Bij het verlaten van het stadje zien we enkele honderden meters verderop het licht van een dansende zaklantaarn. Volg die zaklamp, zeg ik tegen Klara, dan kunnen we niet verkeerd lopen. Op weg met een lege maag.

Na een klein uur vallen de eerste lichtstralen over de oostelijke bergen achter ons. En snel daarna komt de zon piepen.

Na 9 km bereiken we omstreeks 8 uur in de ochtend het plaatsje Torres del Rio. Op het pleintje een 20tal rugzakkers die wachten op het opengaan van het cafetaria van de lokale pelgrimsherberg. Wij waren dus duidelijk niet de enigen vroeg uit de veren!

Na een café con leche en een tostada con marmelada als ontbijt opnieuw op weg.

Het is 11 km stappen tot het volgende stadje Viana. ‘Kletteren’ is een beter woord. Bijna 3 uur aan een stuk door moeten we de ene heuvelrug na de andere over. Telkens opnieuw verschrikkelijk steil omhoog en dan weer naar beneden. Een pijniging van de knieën.

Maar de omgeving is weer weergaloos. De geelbruine velden zijn weg van de radar; in de plaats daarvan ruige natuurlijke groene begroeiing. En onderweg passeren we ook de eerste achter gelaten (versleten) schoenen. Ik ga ervan uit dat de eigenaar een reservepaar bijhad.

Rond de middag bereiken we Viane. Dan hebben we al ruim 20 km gestapt. In één van de prachtige straatjes in het historisch centrum lunchen we op een terras. Uitgebaat door een Chinees (echt waar!) !

En dan is het nog 9 km (te veel) tot in Logroño. Op een rustig vlak geasfalteerd pad weliswaar, maar de zon brandt intussen genadeloos en geen boom om even te gaan onder schuilen.

Even voor Logroño passeren we de grens tussen de Autonome Regio's Navarra en Rioja, bekend om zijn lekkere wijnen. Iets om naar uit te kijken deze avond...

Bij het binnen komen van de stad lopen we langs het legendarische kraampje van Maria. Meer dan 60 jaar zat zij samen met haar moeder alle dagen aan de kant van de weg en vroeg aan passerende pelgrims of ze een stempel wilden. Maria staat met haar foto in bijna alle internationale pelgrimsgidsen. Maria is in maart van dit jaar overleden aan Covid. Achter het kraampje zit nu haar kleindochter.

We slapen vannacht in de ‘Albergue Apostel Santiago’.

 

Vrijdag 20 augustus 2021 - Klara schrijft:

Geritsel in de slaapzaal. De snurker en Pedro zijn wakker. Papa en ik dus ook. Wel nog pikkedonker. Ik vraag aan papa: Hoe laat is het?? 20 na 6 zegt hij. Om 20 na 7 gaat de zon op, dus ik zeg ‘laten we opstaan’! Een kattewas, onze rugzak pakken en “en route “. We staan buiten in de pikkedonker en papa zegt, oei,  tis nog maar kwart vòòr 6! Hoe gaan we de weg vinden in midden van de velden??? Blijven staan is geen optie en dus vertrekken we.

Plotseling voor ons 3 peregrinos met “flitslamp”. HALLELUJA! En we volgen. Onze ogen wennen geleidelijk aan de duisternis en we kunnen perfect de weg vinden met het licht van de sterren. Ik was vergeten hoe mooi de wereld ontwaakt met zijn geuren en kleuren.

Na ongeveer 9 km zien we op een heuvel de zon opkomen. Het is een dagelijks gebeuren waar we niet meer bij stilstaan… desondanks één van de mooiste dingen die we op een dag mogen meemaken. We klimmen naar het dorp Torres del Rio en om 8 u kunnen we er ontbijten. Simpel (toast met boter en confituur) maar deugddoend na 9 km stappen met lege maag. We zijn niet alleen op het terras in de bar. Iedereen is vroeg vertrokken om de hitte voor te zijn.

We vertrekken met goede moed. Wat volgt zijn 11 km steil op en af. De achterkant van onze benen branden. Al bij al komen we omstreeks 11.45 u goed toe in Viana waar we tortilla eten. Erna zijn het nog bijna 9 km en ze zijn teveel. Alleszins de laatste 5 km… op automatische piloot. Van schaduw naar schaduw. Papa vergelijkt mij met ne gsm die maar 5 % batterij meer heeft. Ik verbeter hem: een iPhone met 5 % batterij die OVERHIT is. Om één of andere reden stijgt de hitte bij mij onmiddellijk naar mijn verstand… enfin we komen toe in de albergue en het kost mij veel moeite om te douchen en te werken… Ik zeg tegen papa: ik wil ne ijscrème èn vandaag gaan we goed op restaurant…. And so be it