Dag 11 - Van Uzerche naar Rocamadour

 

Donderdag 11/sept – 105 km - 14,5 km/u

Het was erg fris deze morgen in mijn chalet aan de oever van de Vézère. Met fleece vertrokken maar die was snel overbodig.

Mijn boekje zei me dat vandaag één van de moeilijkste stukken van de hele route naar Compostela aan bod kwam door de vele lange en steile hellingen.

En dat heb ik geweten. Afzien was het, tot de laatste km. Ik was ‘meurf’ zoals ze dat in het schoon Landens zeggen.

Verstand op nul, de ogen strak op de weg zowat 2 meter voor het voorwiel en duwen maar, duwen maar… Ik heb de ganse dag tegen mezelf gepraat:  ‘amai, amai…! En ‘komaan joeng, komaan joeng…!

Ik ben er geraakt. De laatste helling van 2 km (7%) ben ik 5 keer van de fiets gemoeten. In Rocamadour zelf heb ik de fiets te voet naar boven geduwd. Mijn gîte lag ‘natuurlijk’ weer tegen de kapel van de zusters van Maria, op het hoogste punt van de berg. Voor de toeristen is er vanuit de cité een ‘ascenseur’ naar dat hoogste punt, gebouwd door een Landenaar en vriend. Maar ik mocht daar met mijn fiets niet in, dus duwen maar.

En wat van het landschap en de cultuur? Prachtig wellicht, maar vandaag niks gezien… Ik kom misschien nog eens terug met de auto om daar van te genieten…

Ik heb mezelf al wijsgemaakt: als je dit kan, moet wat rest ook nog wel kunnen…

Enfin we zien wel. Morgen een (relatief) korte etappe naar Cahors. Kunnen mijn lichaam en vooral mijn benen wat rusten. Ze hebben het nodig.