Dag 14 - Van Castet-Arrouy naar Maubourget

 

Zondag 14/sept – 114 km - 15,7 km/u

Gezien de dreigende onweersvoorspellingen, deze morgen al vrij vroeg vertrokken. De eerste 40 km waren weer serieus op en af. Hoge heuvels en diepe valleien waar de overigens rustige weg zich langsheen slingerde. Nadien werd het allemaal wat minder heuvelachtig, eerder zacht glooiend. Gelukkig maar, want dit had ik geen 100 km volgehouden.

Vanaf km 80 was het weer klimmen geblazen. De heuvels volgden mekaar in snel tempo op. En plots op één van die heuveltoppen waren ze daar… de Pyreneeën. Een beetje schimmig door de donkere onweerswolken die erover heen hingen, maar toch kon ik duidelijk de contouren van het bergmassief onderscheiden.

Tijdens de laatste 13 km moet ik nog tot driemaal toe een beklimming van 7% overwinnen. Op de tweede heuveltop zet ik me even aan de kant van de weg om op adem te komen en wat te drinken. Staat er een bordje ‘Chemin des Crètes’. Alsof ik dat nog niet wist… En wat verderop, om me helemaal te overtuigen, een groot blauw bord: ‘Département de Haute-Pyrénées’!

Enfin, ik ben er geraakt. En het was tijd. Mijn energie was op, helemaal op. Dat merk je als je van je fiets stapt en je enige tijd op je benen staat na te trillen.

Mijn gastvrouw van de gîte, Mme Michel, is een beetje een lieve maar wat verwarde zonderlinge. Haar gîte is dat helemaal…

Blijkbaar twee jaar geleden afgebrand en geen tijd/geld(?) gehad om opnieuw op te bouwen. De benedenverdieping bestaat uit één kamer van 5x5 meter, die dient als keuken, eetplaats, salon, berging, wasplaats en trap om naar boven te gaan….God, wat staat daar allemaal bijeen op 25 m2 . De bovenverdieping bestaat uit één slaapkamer, waarin 5 bedden staan, waarvan 1 dubbel. Ik denk dat Mme Michel deze avond bij haar gasten slaapt..(naast mezelf nog een jong Frans koppel, dat voor het tweede opeenvolgende jaar 4 weken een stuk van de ‘Chemin Saint-Jacques’ loopt).

Wanneer ik aanbel begint ze een verhaal over ‘beestjes’ die in de rugzakken van de pelgrims zouden zitten en zich dan in het huis zouden nestelen. Veel van haar huis is effectief niet overgebleven… heel de achterbouw is een ruïne… Gestut… Ik denk bij mezelf, dit staat er al twee jaar zo, dat gaat vannacht ook niet invallen…Ik moet dus mijn fietszakken in de al heel kleine ruimte beneden achterlaten (op een houten pallet die juist achter de voordeur op de grond ligt) en alleen het allernoodzakelijkste mee naar boven nemen. De sanitaire inrichting is wel oké.

Het jonge koppel heeft zijn eigen potje gekookt, in de tuin, tussen het puin…. Mme Michel heeft voor mij meegekookt en mijn was gedaan, allemaal in die kamer in de benedenverdieping…Een gezellige tête-à-tête… Blijkt dat ze ook nog een beetje alternatief is. Tijdens de hoofdschotel komt een jongere vriendin aanbellen, zet zich bij ons (ongevraagd) aan tafel en haalt een doos boven met kleine aperitiefhapjes van op brood gesmeerde pastei van wilde planten. Die was ze deze namiddag in de velden gaan zoeken. ‘Une passion’, zegt ze met veel overtuiging. Ik moet en zal proeven. Hopelijk haal ik de ochtend…

Morgen doe ik via een relatief korte rit een ommetje naar Lourdes. Mme Michel kent daar een goed adres om te overnachten. Ik weet nog niet of ik daar gebruik zal van maken…