Dag 19 - Van Puente La Reina naar Logroño

 

Vrijdag 19/sept – 72 km – 14,8 km/u

Gisteravond veel volk in het (overigens lekker) buffetrestaurant, waarvan de gasten zowel in het hotel als in de albergue, gretig gebruik maken. Ik heb samen gegeten met Antoine, een midden dertiger uit Lorraine. Hij is 4 weken geleden vertrokken uit Arles. Eergisteren heeft hij zijn baas gebeld met de vraag of hij nog 4 weken onbetaald verlof bijkreeg om tot Santiago te stappen. Dat kreeg hij maar zijn baas vond hem toch een beetje ‘fou’. Ik heb Antoine niet gevraagd waarom hij per sé en ongepland tot in Compostela wilde stappen. ‘Chacun a son chemin de Saint-Jacques’, zeggen de Fransen…

Deze morgen nog even het mooie middeleeuwse Puente La Reina  bezocht, een voorraad water en ‘echte Pims’ ingeslagen en vertrokken. Voorlopig geen chocolatines meer.

Heb gedurende tientallen km op een mooie brede weg gefietst, die om de 10 km vóór een rotonde overging in een 4vaks-rijweg. Geen auto op die weg, maar dan ook geen één! Dat kwam waarschijnlijk omdat 50 m langszij en parallel de A12 liep, een zéér drukke autosnelweg. Ik begin te begrijpen waarom Spanje aan de rand van een bankroet heeft gestaan…

Het was zwaar vandaag. Aanhoudend klimmen en dalen. Mijn gids heeft het woord ‘klims’ vandaag vervangen door ‘heuvels’! Ik zie het verschil niet: Ze zijn even steil, even lang en komen snel na mekaar. Het uitzicht boven is telkens wel fenomenaal.

De streek is ook duidelijk droger geworden. De bomen zijn verdwenen en in de plaats zijn er mediterrane struiken gekomen. Het oogt ook veel geler/bruiner.

Wel weer een paar sfeervolle plaatsjes bezocht: Estella, het machtige Monasterio de Irache, en het middeleeuwse en gezellige Viana.

Naarmate de namiddag vordert verschijnen de eerste wijngaarden van de Rioja. Ik verlaat Navarra en rijd de Rioja streek binnen.

Wat ik vandaag ook veel meer dan anders heb gezien, zijn stappende pelgrims. Zij lopen een traject dat zowat parallel loopt met mijn fietsroute, maar dan in de velden. Af en toe kruisen ze de steenweg. Ze zijn met velen. Naarmate ik Logroño nader, lopen ze echt met tientallen achter mekaar.

In Logroño blijken de drie albergues die ik had aangestipt, al ‘completo’. Op zoek dus naar een pensionnetje. In de Calle San Juan in het oude centrum van de stad, waar men mij eerst 100 € vroeg voor een kamer, maar dan de prijs terugschroefde naar 60 €,  toch ééntje gevonden aan een redelijke prijs van 25 €. Op de 4de verdieping weliswaar maar proper en met nieuw sanitair. Mijn fiets kon ik stallen achteraan in de tapasbar van Daniël, die me de kamer verhuurde. Hij beloofde me morgenvroeg om 8 u de bar open te doen zodat ik aan mijn fiets kon.

Morgen wacht een lange moeilijke klimdag (of moet ik nu ‘heuveltjes-dag zeggen?) naar Belorado.