Dag 38 - Van Melide naar Pedrouzo
Zondag 26 juni 2016 – 33 km
Vannacht (te) weinig geslapen. Ons pension ligt in de uitgaansbuurt. Dus tot omstreeks 3 uur vreselijk lawaai. We slapen op niveau 3 maar het is alsof iedereen voor onze venster staat te roepen en te zingen.
Deze morgen opnieuw om 6 uur op. Om half zeven de deur uit.
Na 1,5 uur stappen en èèn heuvel verder ontbijten we. Ik dacht, ik ga vandaag de heuvels tellen. Rond de middag heb ik het opgegeven. Ik werd er depressief van. En op de Camino is dat niet toegelaten....depressief zijn!
Wat die heuvels betreft, erg lang en erg steil. Zelfs de passerende mountainbikers moeten op de steilste stukken van de fiets.
Maar we hebben vandaag weer door een prachtig decor gestapt. Bijna 30 km op een breed grindpad doorheen bossen van afwisselend naaldbomen, beuk- en eikenbomen en hoge kaarsrechte eucalyptusbomen met een doordringende 'viks-geur'. Af en toe uitmondend in een open ruimte waar plaats was voor wat landbouwgewassen.
We passeren het Italiaans koppel dat we de laatste dagen al regelmatig zijn tegengekomen op rust- of slaapplaatsen. We geraken in gesprek. Ze wonen in Venetië en gaan -sinds ze beiden gepensioneerd zijn- dikwijls wandelen in de Dolomieten. Twee jaar geleden van Roncesvalles naar Burgos gestapt. Dit jaar van Burgos naar Santiago. En ze gaan verder naar de Finistere. Luciano en Marina noemen ze. Ze lopen wat trager dan wij, dus laten we ze na enige tijd achter.
Ik realiseer me plots dat de 'camino-hondjes' uit beeld zijn verdwenen. Enkele weken geleden zag ik dagelijks nog wel iemand lopen met een hondje. Die beestjes zagen af. Velen mankten. Wellicht hebben de meesten het moeten opgeven.
Aan het begin van èèn van de hellingen passeren twee jonge meisjes ons op een mountainbike. Ze duwen een te grote versnelling en vallen stil. Eèntje valt letterlijk van haar fiets. Ze spreken een voor mij onbegrijpelijke taal. Daarom vraag ik van waar ze zijn. 'From Iceland. Moeder is pas 60 geworden en dit is haar droomreis. 4 dagen op de mountainbike naar Santiago'. Moeder en vader en zoon staan boven te wachten. We komen ze de komende 10 km nog enkele keren tegen. Telkens als ze fiets omhoog moeten duwen!
We stoppen nog enkele keren om iets te eten of te drinken. De kilometers en de steeds opeenvolgende steile hellingen beginnen zwaar door te wegen. Ik loop op automatische piloot. Mijn benen en voeten luisteren niet meer naar mijn hersenen en vice versa.
Een 4tal km voor Pedrouzo zie ik een bekende figuur lopen. Het is Makoto, de vriendelijke Japanse jongen met het gekke lampekaphoedje. De begroeting is hartelijk. 'Long time no see', zegt hij. Zowat 3 weken geleden hebben we mekaar uit het oog verloren. Morgen drinken we samen een biertje, zeg ik. 'Yes, Yes, beer!', zegt hij.
We bereiken eindelijk Pedrouzo, een weinig aantrekkelijk doorreisstadje. We slapen in een pensiòn. Het centrum van de gemeente is een eindje lopen.
Vanavond wil ik graag de voetbalmatch België-Hongarije zien.
Morgen lopen we de ultieme 20 km naar Santiago!
Maak jouw eigen website met JouwWeb