Dag 6 - Van Mauléon naar Saint-Juste-Ibarre

 

Woensdag 25 mei 2016  – 24 km

Deze nacht bijna geen oog dicht gedaan. Ik vraag me af of er iemand van het gezelschap niet gesnurkt heeft! Verschrikkelijk! 

De 'Pomes' ('Prisoners of Mother England' - zo noemen de Engelsen Australiërs, zegt Eddie) zijn het eerste wakker. Om half zeven! 

Om zeven uur zet Luciano zich recht in zijn bed voor zijn dagelijks 'ritueel'. Hij luistert eerst naar wat gregoriaanse muziek die uit zijn telefoon komt en zegt dan in stilte enkele gebeden terwijl hij een wierook kaarsje aansteekt. Luciano geniet van elke minuut die het leven hem biedt. Hij verwondert zich over alle kleine dingen die in de loop van de dag over hem heenkomen. De 'Oohs' en de 'Aahs' en de 'Wauws' zijn niet uit de lucht. 

Om 8 uur gaan Eddie en ik op pad. Bij het verlaten van het dorp krijgen we het gezelschap van een hond. Een zwerver. Hij zal ons de ganse dag volgen. De volledige 25 km. Over twee heuvels heen. Bij aankomst is het beest uitgeput. Hij waakt bij onze schoenen aan de voordeur van onze slaapplaats. Onze hospitalière belt naar de eigenares die hem wat later komt ophalen. Ik heb het gevoel dat dit niet de eerste keer is...

De tocht vandaag was lastig. Vooral de beklimming in de namiddag. Erg steil over moeilijk begaanbare rotspaden. In een brandende zon. En met te weinig water vertrokken. Onderweg  slechts èèn dorpje gepasseerd. Odiarp. Heel pittoresk weliswaar. De laatste 15 km geen huis meer tegen gekomen. Wel uitgebroken koeien en een paard dat dwars over de weg stond zonder een levende ziel in de buurt... Constant op smalle bergpaden gelopen, soms langs steile diepe ravijnen. Ik voel dat mijn lichaam -vooral mijn benen en voeten- zich beginnen af te vragen waarmee ik bezig ben...

Bij het binnenkomen van Saint-Juste-Ibarre staat onze gastvrouw ons op te wachten. Een deel van haar woning is omgebouwd tot gastenverblijf: drie slaapkamers met keuken en badkamer. Eddie en ik delen een kamer. Het is weer wat anders dan een dortoir met 8 bedden! Een uur na ons komen Sergio en Luciano toe. Terwijl ik dit schrijf in de keuken, staat Luciano voor mij al zingend zijn stapkleren van de dag te wassen.

Recht tegenover ons verblijf een auberge die in principe  altijd gesloten is, tenzij pelgrims bellen.  Dan komt de uitbaatster een maaltijd bereiden. Soms toch vrij eigenaardige toestanden op de Camino.