Dag 33- Van Villafranca del Bierzo naar O Cebreiro

 

Dinsdag 21 juni 2016 – 28,5 km

Gisteravond samen gegeten met Gisola uit Amsterdam. Ze is lang juridisch secretaresse geweest voor het Nederlandse gerecht. Dus ontspint er zich een geanimeerd gesprek met Klara over rechtspraak in Vlaanderen en Nederland.

Deze morgen om kwart voor zes opgestaan. Om kwart voor zeven op pad. Vandaag moeten we 28 km klimmen naar O Cebreiro, de laatste hoge berg vòòr Santiago.

De eerste twintig km gaat het vlotjes licht omhoog op een verhard voetpad langs een verlaten steenweg zonder verkeer. We kruisen regelmatig de autostrade die nu eens onder ons ligt, dan weer als een viaduct hoog boven ons. 

We hebben ontelbare keren de Río Valcarce overgestoken. Rechts van ons uitstekende rotsen, links van ons - enkele tientallen meters lager - de klaterende bergrivier, verdoken in het groen. Daarachter ergens de autostrade, die we niet zien maar wel af en toe horen. En daarachter groene beboste heuvels. Een beetje zoals onze Ardennen.

Op een bepaald ogenblik passeert een éénwieler, zo een circus fiets. Op het zadel boven het wiel een jongeman met zware rugzak. Die pedaleert naar Santiago. Ik kan mijn ogen niet geloven.  Hiermee bergaf fietsen moet heel gevaarlijk zijn. Even later passeren we een met rugzak gepakt paard op weg naar Compostela.

Omstreeks half twaalf -na 20 km- arriveren we in Herrerìas.  Het is het moment om iets te eten want kort erna gaat het steil omhoog langs een moeilijk begaanbaar rotspad. 8 km lang! Gelukkig meestal in een lommerrijke omgeving, want de zon brandt. 

Dit is afzien! Om de paar honderd meter even halt houden om op adem te komen. T-shirt kleddernat. Om de vier tellen valt er een zweetdruppel van mijn neus op de grond. Klara zegt: je moet zo niet wenen papa.

Op enkele km van de top staat een groot bord: welkom in Galicia! En enkele honderden meters verder: Santiago 160 km. Op een schaduwrijke plaats houden we even halt om te drinken. Daar staan twee oudere Vlamingen uit Brugge. Een beetje rare snuiters.

Gelukkig zijn de laatste 2 kilometers niet meer zo lastig. We lopen O Cebreiro binnen. Een klein bergdorpje boven op een berg van 1300 m hoog. Een Keltisch dorp met enkele half ingegraven huizen met ovale strooien daken als bescherming tegen het gure weer in de winter. Palozas.

De vergezichten onderweg en boven zijn weer fabelachtig mooi. Overal om ons heen bergen, gescheiden door diepe dalen. Klara krijgt er niet genoeg van.

Het is even zoeken naar een slaapplaats. De eerste drie hostals en casas zijn 'completo'. Bij de vierde hebben we prijs. We hebben een mooie ruime kamer bij een oudere vrouw thuis. Geen wifi evenwel. Misschien vinden we die wel in het enige hotel hiernaast. 

Douchen en dan de verdiende ‘vino tinto’. En dan bloggen. Terwijl ik dit schrijf is Klara onder het deken in slaap gevallen. Van vermoeidheid. Het is een zware dag geweest.