Dag 22 - Van Castrojeriz naar Fromista

 

Vrijdag 10 juni 2016 – 25,5 km

Gisteravond gegeten voor 10 €. Een frisse pastasalade met alles erop en eraan, brood à volontè,  stoofvlees met frietjes en als dessert een roomijs, inclusief een fles water en twee flessen Rioja (voor vier personen!) Ik blijf me afvragen hoe ze dit doen.

Brendan murmelt Iers. Hij doet geen moeite om een verstaanbaar Engels te spreken. Omdat ik het beu ben om hem telkens te vragen te herhalen of om te doen alsof ik hem begrepen heb, en gewoon ook omdat ik moe ben, ga ik slapen.

Ik val als een blok in slaap. Om half vier gewekt door het gesnurk van Eddie. Omdat het blijft duren zoek ik mijn oordopjes. Dit zijn de meest nuttige en meest gebruikte hulpjes op mijn Camino! Wanneer we om zeven uur wakker worden, vraag ik hem hoe hij geslapen heeft. 'I slept like a baby', zegt hij.  'No snorrers' (snurkers). Ik weet even niet welke kant op te kijken.

Bij het verlaten van het stadje doemt er aan de overkant van de vallei een heuvel op. Een muur! Op die muur een slingerend pad omhoog. En op dat pad kleine gekleurde stipjes. Het zijn stappers die proberen de top te bereiken. Snel is het aan ons. Het is weer naar adem happen. Na een halfuur is mijn T-shirtje drijfnat. Maar wat een panorama als we achterom kijken. Een diepe brede groene vallei. Het stadje Castrojeriz dat we een uur geleden verlaten hebben (en waarvan de hoofdstraat toch 1,5 km lang is) is verschrompeld tot een minuscule nederzetting!

Over de top aan de andere kant hetzelfde schouwspel. Een brede diepe vallei, gekleurd door de rijpende graanvelden. Dit is de laatste heuvel voor de komende dagen. Het landschap verandert snel. De heuvels worden afgevlakt, een beetje zoals de Hespense berg thuis.

Na 10 km bereiken we onze eerste rustplaats, een aangenaam terras van een albergue in het dorpje Itero de La Vega. Daar zitten ook de Zuid-Afrikaanse Lindey, de Duitser Stephan en de Texaan Roland. Roland is een reus van een vent. Meer dan twee meter groot. Schoenmaat 54. Hij heeft in Saint-Jean een hele dag rondgelopen, op zoek naar sandalen, zegt hij. Uiteindelijk heeft iemand hem in contact gebracht met een basketbalspeler. Die heeft hem verder geholpen.

Terug 9 km lopen. De heuvels zijn verdwenen. Alleen nog graanvelden die tot aan de horizon reiken.

We lopen weer ‘samen apart’. Op de kop Eddie met zijn gebedenboekje en paternoster. Daarna de waggelende Brendan. Zijn voeten staan vol blaren en hij kan met moeite lopen. Daarachter Jonathan en Lauridiana. Laura is intussen zo een beetje 'gecrasht' voor Jonathan. Er groeit iets moois tussen die twee. Een Camino-romance! Meer mag ik niet zeggen. Ook de Camino geeft sommige geheimen niet prijs!

We passeren Daniël uit London. 27 jaar. De jongeman loopt op krukken, die aan zijn onderarmen zijn vastgemaakt. Hij trekt als het ware zijn hele onderlichaam met zijn twee slepende benen achter zich aan. Hij kan maximaal 10 km per dag doen, zegt hij, zolang de pijn draaglijk blijft. Ik moet onwillekeurig aan Marieke Vervoort denken! 

In het volgende dorp Boadilla del Camino nemen we een lunchpauze. 

Nog 6 km te lopen! Langs het kanaal van Castilla. 

Wanneer we in Fromista toekomen, lopen we Alberto en zijn vrouw tegen het lijf waarmee we een week geleden (het lijkt een eeuwigheid) hebben samen gewandeld. Zij stoppen vandaag. Morgen naar huis. We gaan later op de avond samen iets eten en nemen afscheid. Altijd een klein beetje emotioneel op de Camino!