Dag 25 - Van Rabanal del Camino naar Ambasmestas

 

Donderdag 25/sept –  76 km

Heb vannacht geslapen in de gezellige hospital ‘Cantina El Tesin’. De uitbaatster is een nog jonge Spaanse, die in Leuven (via Erasmus uitwisseling) heeft gestudeerd. Zij bood direct een massage aan, dus zal het wel kine zijn dat ze gestudeerd heeft, neem ik aan…

Voor vertrek nog even mijn fietsketting proper gemaakt en bijgesmeerd en de remmen wat bijgesteld. Mijn trouwe tweewieler heeft me (hout vasthouden) nog niet in de steek gelaten. Geen mankementje, defect of zelfs geen lekke band… Ik heb hem dan ook gekocht in de betere fietshandel ‘Mundo Cyclo’ in Attenhoven. Klinkt heel toepasselijk Spaans. (Stephan, dit is wat men noemt gratis reclame…)

Het was weer koud deze ochtend. Vertrokken met handschoenen, met fleece en daarover windjas. Mijn tenen voelden ijskoud aan hoewel ik na een kwartier nat in het zweet stond, alléz reed. De klim was zwaar maar niet onoverkomelijk. Je raakt wellicht stilaan aan alles gewend…

Na 8 km stond ik op de top (1504 m), aan het ‘Cruz de Ferro’. Niet meer dan een hoge houten paal met daar bovenop een relatief klein kruis. Rond de paal een hoop stenen en ander materiaal dat pelgrims daar hebben achter gelaten. Bij dit eeuwenoude monument gooien pelgrims een steen(tje) dat ze van thuis hebben meegebracht. Symbolisch leggen ze hiermee een deel van hun last af in het zicht van Compostela, of als afsluiting van een fase en een nieuwe stap in hun levensweg. Er stonden nogal wat pelgrims bij die paal. De sfeer was ingetogen. Elkeen denkt wellicht aan ‘zijn’ camino.

Mijn steentje is niet van thuis. Ik was de eerste dag al voorbij Namen richting Dinant langs de Maas aan het fietsen, toen ik me realiseerde dat ik mijn steentje vergeten was. Geen nood, een paar km verder lag daar een hoop blauwe kiezel. Ik dacht, of dat steentje nu van Attenhoven komt of van Namen, dat zal het verschil niet maken, in acht genomen de afstand die ik nog moet afleggen. Op het moment dat ik in die hoop een kiezelsteentje neem, passeert daar een fietsend koppel. Zegt de man luid: ‘Mais q’est-ce-qu’il cherche ce mec la dans ces cailloux?’ Ik  deed alsof ik het niet gehoord had. Mijn uitleg zou toch enigszins ongeloofwaardig hebben geklonken…

‘Volgt een spectaculaire afdaling’, zegt mijn gids. En of! Steil naar beneden met haarspeldbochten en diepe ravijnen. Met dichtgeknepen remmen (en billen) ben ik die berg naar beneden gereden.

Na 10 km passeer ik El Acebo, een oud middeleeuws één-straat dorp, dat tot voor een aantal jaren bijna verlaten was, maar nu –door de Camino- terug wat opgefleurd is. Het ziet er best gezellig uit op een zon overgoten voormiddag. Ik passeer een gedenkteken van een daar verongelukte  Vlaamse fietser op weg naar Compostela.

Na 33 km rijd ik Ponferrada binnen. Allez, ver ben ik niet geraakt want de straten waren afgesloten met nadars en er was geen doorkomen aan. Reden: dit weekend worden daar de Wereldkampioenschappen Wielrennen op de weg georganiseerd en tientallen  renners waren blijkbaar het parcours aan het verkennen. Het heeft me een uur gekost om de uitvalsweg aan de andere kant van de stad te vinden. Heb dus spijtig genoeg niet veel gezien van de stad, die toch de moeite waard zou zijn.

Ik passeer nog een paar mooie dorpen/stadjes zoals Cacabelos en Villafranca del Bierzo. Ik rijd Galicië binnen. Bij Villafranca duiken plots terug (veel) wijngaarden op en met hen de heuvels… Vanaf hier begint ook een 33 km lange klim naar Cebreiro op 1300 m hoogte. De eerste licht stijgende 16 km doe ik vandaag tot in Ambasmestas. Morgenvroeg kunnen we weer stevig in de pedalen. Maar ik heb het gevoel dat ik nu alles aan kan…

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb