Dag 35 - Van Triacastela naar Barbadelo

 

Donderdag 23 juni 2016 -  22,8 km

Het heeft vannacht heel hard geregend. Als we deze morgen om kwart over zes opstaan, is het dorp nog in een dichte nevel gehuld. Maar geen regen meer. 

De bar van ons pension is al open, dus nemen we een ontbijt. En maar goed. Want de eerste 12 km (dat is ca 3 uur stappen!) geen dorp, geen huis tenzij een eenzame boerderij.

Het gaat direct steil omhoog. 5 km lang! Naar San Gil en vervolgens Alto de Riacabo. Eerst passeren we een familie uit Uruguae (maar al enige tijd wonend in Californië), die zoals Klara, vertrokken zijn in Ponferrada. Zij zijn onder de indruk van mijn vertrek in Lourdes.

Maar wat dan gezegd van Leo! Hij is begin april vertrokken in een dorpje boven Breda en heeft dus bijna 3 maanden onophoudelijk gestapt. De man wil per sè een paar verhalen kwijt. Na een uurtje laten we hem gaan.

Een beetje later passeren we Visilev (ik weet niet of dit correct geschreven is), afkomstig uit Ukraïne, maar woont al 25 jaar in Guam, een eiland in de Pacific, ergens 3000 km onder Japan! Hij is een sky-diving instructeur. Dat zijn mensen die op zeer grote hoogte uit een vliegtuig springen zonder de parachute open te doen en dan in vrije val allerlei kunsten uithalen. Ik vraag hem of hij regelmatig gaat stappen. 'Yes, I have seen a few places', zegt hij. 'Himalaya, Mount Everest, Machu Pichu...' Ik zeg niks meer.

Intussen zijn we flink aan het dalen. Van 900 m naar 450 m. We lopen in een heuvelachtige groene streek. Langs heerlijke schaduwrijke holle veldwegen. Want intussen is de zon weer gaan schijnen. De landbouwdorpen die we passeren zijn uit ver vervlogen tijden. De huizen en schuren uit opeen gestapelde leien stenen zijn wellicht meer dan 500 jaar oud.

En overal ontspringen natuurlijke bronnetjes. Het water stroomt meermaals over het pad. Daar waar het water de vorm aanneemt van een beek, zijn bruggetjes voorzien om ons natte voeten te besparen. 

Op een binnenkoer van een boerderij staat een tafeltje. Met daarop allerlei versnaperingen, fruit en koffie. Voor een 'donativo' (vrijwillige gift) mag je nemen wat je wil. Een hippe jonge  vrouw (eigenlijk moet ik zeggen 'hippy' vrouw) zorgt voor bevoorrading. Een welgekomen rustmoment.

De laatste kilometers voor Sarria krijg ik het moeilijk. De benen willen niet meer. Ik zweet verschrikkelijk. Ik ben blij als we in de stad een rustpauze kunnen nemen en iets eten. 

Nadien gaat het weer wat beter. Maar de vermoeidheid komt snel terug. Na Sarria nog 4 km door een mooi bos omhoog (waarvan ik niet meer kan genieten!) en dan arriveren we in Barbadelo. 

We slapen in Casa Barbadelo. Een mix van albergue, hostal en pension. Met zwembad. Wat een luxe. Spijtig dat ik mijn zwembroek een aantal dagen geleden heb achtergelaten om mijn rugzak wat lichter te maken...

In de kamer krijg ik de zool van mijn rechterschoen in het oog. Die is serieus uitgesleten. De verkoper had me nochtans gezegd dat ik op gemakkelijk terrein gemakkelijk 3000 km zou kunnen lopen met die schoenen. Ik heb er intussen zo'n 900 km (+300 km thuis) mee gedaan. Zo gemakkelijk moet de Camino dan dus toch niet geweest zijn.

Vanavond zou het weer gaan onweren.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb