Dag 31 - Van Foncebadón naar Ponferrada

 

Zondag 19 juni 2016 – 27,5 km

Om 6u30 vanmorgen zonder ontbijt vertrokken. Het is nog ijzig koud op die berg maar de zonsopgang maakt alles goed. Wat een kleuren bij het verschijnen van de eerste zonnestralen.

Eerst nog 2 km steil omhoog langs een bospad. Maar dan, achter een bocht, op een berg stenen, het 'Cruz de Ferro', een relatief klein ijzeren kruis op een hoge paal. Hier gooien de pelgrims sinds eeuwen een steentje dat ze van thuis mee hebben. Alsof ze de ballast van het verleden van zich afgooien met het oog op een nieuwe toekomst. Er staan een tiental pelgrims bij het kruis. De sfeer is ingetogen. Elkeen heeft zijn eigen ballast, denk ik...

We lopen nog een hele tijd op die bergkam tot bij een mast van een militair domein. Daar staat een kleine caravan waar ik een koffie en een chocoladekoek eet

Dan begint een moeizame steile afdaling van 12 km naar Molinaseca. Over een ruw rotspad dat bezaaid is met keien, stenen en rotsblokken. Maar wat een panorama weer! Ik kijk op bergen, gescheiden door diepe dalen. Sommige toppen nog besneeuwd door de koude en de regen van de laatste dagen.

Ik passeer Manjarìn, een gehucht met de meest besproken albergue van de Camino. Enkele matrassen op de grond in een barak waarvan de helft van de pannen verdwenen zijn, geen stromend water, en latrines buiten ipv wc's. Zo moet het een beetje in de middeleeuwen geweest zijn. Tomàs, de hospitalero, heeft er nochtans een kleurrijke plaats van gemaakt.

Vervolgens passeer ik de gezellige dorpjes El Acebo en Riego de Ambròs, nog niet zolang geleden spookdorpen, maar nu deels al opgefleurd en opgefrist omwille van de passerende pelgrims.

Ik loop een tijdje samen met een oudere man (vanuit mijn perspectief) uit Los Angeles. Eugene is zijn naam. Hij is midden april vertrokken in Le Puy, zoals Red gisteren, 1300 km hier vandaan. Sukkelt ook serieus met zijn knie. Ik denk dat ik alleen maar mensen ontmoet met fysieke problemen. Ik dank onze Lieve Heer dat ik tot op vandaag gespaard ben gebleven van blessures.

Eindelijk in Molinaseca. Een gezellig stadje met veel terrasjes langs de rivier de Meruelo. Voorlopig geen terrasje voor mij want dochter Klara wacht op me in Ponferrada.

Nog 7 lastige kilometers langs een steenweg tot die stad. Klara zit bij de Tempeliersburcht waar ik moet passeren. Het is een hartelijk weerzien. We gaan iets drinken om bij te praten.

Na een verkwikkende douche opnieuw de stad in voor een diner en een bezoek aan de burcht.