Dag 20 - Van Burgos naar Hornillos del Camino

 

Woensdag 8 juni 2016 – 20,2 km

Toen we deze morgen de stad verlieten, was het nog 17C. '17 degrees, this is for us a hot summer day', zegt Eddie. Bij zeventien graden gaan de Schotten naar het strand!

Brendan is een half uur voor ons vertrokken. Ik denk dat hij deze avond niet bij ons zal slapen. Jonathan heeft deze nacht weer enkele serieuze bomen doorgezaagd!

We gaan op stap zonder ontbijt. Fout! Bijna 9 km stappen voor het eerste dorp waar we iets kunnen eten. Geen van ons drieën voelt zich goed in zijn vel. Er wordt niks gezegd op de weg.

Na het ontbijt gaat het veel beter. Fysiek en mentaal. 

De omgeving verandert snel. We lopen nu op de Castiliaanse Meseta, een hoogvlakte die varieert tussen de 800 tot 1000 m boven de zeespiegel. Rondom ons graanvelden, niks dan graanvelden, die aan de horizon uitlopen op kale krijtachtige heuvels. We lopen op een breed lichtglooiend pad. Af en toe klimmen. Af en toe dalen. Het is niet de weg die het ons moeilijk maakt, wel de brandende zon - het is intussen 30 graden - zonder enige mogelijkheid om te schuilen onder een schaduwrijke boom. Er zijn hier gewoonweg geen bomen. Dus geen schaduw!

Dit is wat we de komende 6 dagen voorgeschoteld krijgen. De onmetelijke Meseta!

Ergens onderweg halen we Fausto in. Hij mankt en heeft verschrikkelijk veel pijn. Maar wil van geen ophouden weten. We gaan samen op de foto.

We ontmoeten op de weg weer wat nieuwe mensen. Zoals de Siciliaanse Lauridiana, de Madrileen Raul, Annie uit Nieuw-Zeeland, de zwarte Texaan Roland en de Zuid-Afrikaanse Lindsey. 23 jaar en helemaal alleen naar hier gekomen om de Camino te lopen.

Rond 12 uur 30 bereiken we Hornillos. Genoeg gestapt. Het is echt te warm geworden. We boeken een kamer in een 'casa rural', eigenlijk een veredelde albergue. Een kleine kamer met twee stapelbedden. Later op de namiddag zal Brendan ons toch nog vervoegen.

Er is een 'lavadora', een wasmachine. We maken er graag gebruik van. Om de drie dagen. Want ondanks dagelijks spoelen van onze stapkleren, komt er inmiddels een nare zweetgeur uit de rugzakken. 

Ik schrijf dit verslag onder een afdak in de tuin van ons verblijf.  Rond de grote tafel mensen met 8 verschillende nationaliteiten. Eddie valt bijna van zijn stoel als ik met de Zuid-Afrikaanse Lindsey in het Nederlands een gesprek begin.