Dag 26 - Van Ambasmestas naar Sarría

 

Vrijdag 26/sept – 65 km - 13,9 km/u

Heb gisteravond samen gegeten met een Zweedse fotograaf Nicklas met zijn vriendin Titina uit Malmö. Ze zijn 5 dagen geleden vertrokken in León en gaan tot Compostela. Voor Titina de eerste keer. Nicklas heeft vorig jaar de 800 km van de Camino Francés ‘gelopen’ (dus niet ‘gestapt’) in 18 dagen; met een ‘tiny’ rugzak, zegt hij. Wanneer hij hoort dat ik met de fiets ben, wordt hij enthousiast. Ik moet hem de GPS-track (die ik niet gebruik) bezorgen. Volgend jaar gaat hij met de fiets. Er zijn peregrinos van diverse pluimages…

Naarmate ik dieper Spanje in fiets, wordt het leven duidelijk goedkoper. Mijn rekening deze morgen: 41,5 €. Hiervoor had ik een mooie ruime kamer met WC, bad, douche. Gisteravond een lekker driegangenmenu met 2 x demi litro caña en deze morgen een ontbijt.

Zoals aangekondigd in mijn boekje, deze morgen onmiddellijk stevig in de pedalen. Een geleidelijke klim (met ferme steile stukken ertussen) van 16 km langs de wand van een smalle groene en beboste kloof, die steeds dieper wordt. Fantastisch gevoel, ondanks de pijn in de vermoeide benen. Hoog boven mij de viaducten van de autostrade, die dwars over de bergen loopt. Langzaam haal ik het hoogteverschil in en overstijg de autoweg. De laatste drie km meer dan 9 %. Ik haal een fietser in die zijn fiets omhoog duwt. ‘Problema?’ vraag ik. No, no, zegt hij en strekt de rechterarm naar boven, ‘es  duro, duro’. En dan ‘gracias’.

Om kwart voor elf bereik ik de top op 1300 m hoogte. Wat een panorama weer. Overal om me heen hooggebergte met diepe groene valleien. Gewoon fenomenaal. Een beetje verscholen links van de weg een nietig klein dorpje 'O Cebreiro'. Je wordt er zo de Middeleeuwen in gekatapulteerd. Een welgekomen rustplaats, ook voor de stappers, die deze berg zijn opgeklommen. De zon schijnt aan een staalblauwe hemel maar het is er koud en winderig. Voor de afdaling doe ik handschoenen, fleece en windjack aan.

Ik blijf nog even voor ca 10 km op en af op die bergkam fietsen langs San Roque (1270 m) met een groot expressief pelgrimsbeeld dat tegen de wind optornt  en verder langs Alto de Poio (1335 m).  Dan volgt een lange mooie afdaling van 12 km tot in Tricastella, waar ik stop voor een ‘bocadillo con jamon’. Opnieuw fiets ik in een prachtige groene vallei. In Samos wat fotoshooting van het machtig groot Monasterio San Julian, één van de oudste abdijen in Spanje, al in de 6 de eeuw vernoemd.

Sarria is mijn stopplaats. Een stadje om snel te vergeten. In het oude middeleeuwse centrum – één straat breed- de éne albergue naast de andere. Dit is peregrino terrein. Ik slaap vannacht voor de afwisseling nog eens in een albergue. Met 10 mannen en vrouwen in een vrij kleine kamer. Minder comfortabel dan in een hostal, maar het maakt ontegensprekelijk deel uit van het Camino-beleven.

Morgen fiets ik naar Melide.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb