Dag 8 - Van Nevers naar La Châtre

 

08/Sept – 134 km - 16,8 km/u

Deze morgen aan het ontbijt mijn Japanner niet meer gezien. Jammer. Anders hadden we ons boeiend gesprek van gisteravond verder kunnen zetten…

Ik heb deze nacht nog liggen denken: dit moet wel een heel gelovig (of heel dankbaar) man zijn om voor de vierde keer vanuit het verre Japan naar Frankrijk te komen om vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port de 800 km lange Camino Francès naar Compostela te stappen. Respect!

Vannacht heel slecht geslapen. De beelden van de voorbije fietsdag bleven in mijn hoofd spoken. Nochtans fit opgestaan. Ook de benen voelen goed.

De eerste 70 km van de rit waren snel. Eerst langs het jaagpad van de Loire, later in een brede vallei met hoofdzakelijk gesloten landschappen van met hagen en bomen omringde weilanden.

Ter hoogte van km 70 in het stadje St-Amand-Montrond liep het mis. Na een verkenning van het stadje vond ik de uitvalsweg niet. Ook mijn GPS had blijkbaar last van de warmte en bleef me maar rond het marktplein laten draaien. Na drie kwartier zoeken bleek dat ik een heel smalle gravel-veldweg op moest. Vanaf dan ging de route over niet genummerde veldwegen. Geen nummering, dus ook geen borden langs de weg. Het was dus goed uitkijken om niet verkeerd te rijden.

Met die veldwegen doken plots ook weer de ‘stappende rugzakken’ op. Tja, langs achter gezien zie je vooral een rugzak met daaronder een stel benen… Begrijp me niet verkeerd, ik heb heel veel respect voor die mannen en vrouwen die van God weet waar naar Compostela stappen.

Die veldwegen gingen bovendien behoorlijk op en af. Korte nijdige kuitenbijters zoals bij ons in de fruitstreek. Dat bleef zo maar doorgaan. De vermoeidheid begon zich te manifesteren.

Tot ik bij het binnenrijden van Chateaumeillant (km 110) plots in een heuse wielerwedstrijd verzeilde. Ik mocht in de richting van de wedstrijd meerijden, als ik me maar rechts van de weg hield. Moest ik toch niet de hoofdstraat door zeker, waar de aankomstmeet was getrokken… Op het voetpad links en rechts veel volk. Algemene hilariteit dus als ik die hoofdstraat enkele minuten na de ‘coureurs’ op mijn kleinste verzet oprijd, maar ook oprecht handgeklap van veel mensen – zo voelde het toch aan – die mijn blauwe Compostela schelpstickers op mijn fietsbagage hadden herkend. Dit deed mij goed. Mijn vermoeidheid was even weg.

Nog 20 km moeilijke veldwegen te gaan.

Ik slaap vannacht in Hotel/Restaurant ‘Au Jardin d’Eté’. Klinkt gezellig, is ook heel gezellig. En… er wordt Aflligemse van het vat geschonken. Een hoogzwangere gastvrouw is de vriendelijkheid zelve.

Terwijl ik dit buiten op het terras schrijf, is de hemel boven mij gitzwart geworden. Her en der bliksemflitsen. Ik ga seffes toch een schietgebedje doen met de vraag of dit morgenvroeg voorbij getrokken zou zijn.

Want dan fiets ik naar Bénévent-l’Abbaye.